Putin's Dream

by Inge Braeckman

(Eng - Dutch)

CARL DE KEYZER – PUTIN’S DREAM

In 1997, the Russian chess grandmaster Garri Kasparov lost to the chess computer Deep Blue and regarded his loss as a tremendous success of human ingenuity. That moment marked a historic turning point in the development of artificial intelligence, although Alan Turing and David Champernowne had already designed the Turochamp in 1948, the first algorithm that assigned a value to chess pieces and was supposed to determine the best possible chess move. AI has been closely intertwined with everyone’s existence for much longer than we realize. Just think of the smartphone, the search engines on the internet, the translation software, even washing machines use AI to increase efficiency, to save energy,… Certain AI applications detect fake news and disinformation.

When Carl De Keyzer was about to travel to Russia in 2021 as a kind of revisiting of Homo Sovieticus (1989) and had received the official permission to do so, had already arranged his tickets, visa and guide, tensions quickly rose and tanks were suddenly amassed at the border. Fortunately, De Keyzer decided not to travel there after an attempt that had already been postponed due to Covid, because war broke out shortly after. With Putin’s Dream, Carl De Keyzer shows us in an innovative way that remains true to his oeuvre and his artistic personality, how photography and AI can form and become a symbiosis. Although AI is used and the photographer’s gaze is absorbed by the algorithmic data of the computer, De Keyzer remains the designer, the builder and the user of AI. He directs, decides, creates and makes choices based on the computer images, as befits an artist who works with available material and new technology. He not only feeds the machine with his own images (such as from Zona, 2003), with photographs of previous projects for which he traveled abroad, he ultimately adjusts AI by, for example, teaching the system to think asymmetrically. This is how AI learns from what De Keyzer decides and does as a photographer. The power and the essence of documentary photography, which De Keyzer has been associated with for decades and in which he is a grandmaster, is like hyperrealism: collecting and revealing (the truth of) the reality that the photographer was confronted with at a certain time in the given circumstances, without staging, as a kind of statement against fake news. But now the computer has become the camera as a journey through the virtual that Carl De Keyzer can make in his living room, so to speak, without having to travel and while he can visit locations repeatedly on the screen. Independent of time and circumstance, the image/imagination is created. A new reality emerges, while at the same time that reality reveals what may be unfolding in Putin’s head as a fictional story.

War, power and politics (common threads in De Keyzer’s oeuvre) are propaganda and are directed, manipulated, and play with the (un)reality and eroticism. They are guilty of spreading incorrect messages. Even in war there is often a kind of unreality in all the horror. In Putin’s Dream, Carl De Keyzer takes us into the horror and unreality of this fairytale, aesthetic seductiveness, which often borders on perfection and contemporary cinematography of an image. We see, as it were, perfect people – with white teeth, beautiful blond hair, blue eyes – in flawlessly composed settings, as every dictator might want. We get a suggestion of how Putin wants to see the victory in and from Russia, how he dreams his Russia. Not only in the past and present, but also in the future. At the same time, De Keyzer’s critical, ironic view is omnipresent. There are not only the counterattack in Crimea, but also the gay community, the penthouses in Moscow, the private yachts and parties, the postcards of an idealized Kremlin,… Of a reality that simultaneously exists there and is nonetheless non-existent. Like the beauty of another world, no matter how gruesome the subject.

Paul Valéry stated in his notebooks (Cahiers), which were published in 1973 and 1974, that works of art that were created with the greatest compulsion to regulate are also the works that require and provide the greatest freedom of mind. Just as important as coincidence, as the artist’s idea, is the making of the choice, the feeling of the look and the thoughts, linked to the consciousness for a specific moment. More specifically, art is a means of making the invisible real. And that is precisely what Carl De Keyzer does in Putin’s Dream.

Inge Braeckman

 

CARL DE KEYZER – PUTIN’S DREAM

 In 1997 verloor de Russische grootmeester schaken Garri Kasparov van de schaakcomputer Deep Blue en beschouwde zijn verlies als een enorm succes van het menselijke vernuft. Dat moment was een historisch keerpunt in de ontwikkeling van de kunstmatige intelligentie, hoewel Alan Turing en David Champernowne reeds in 1948 de Turochamp ontwierpen, het eerste algoritme dat een waarde toekende aan schaakstukken en verondersteld werd de best mogelijke schaakzet te bepalen. AI is al veel langer dan we beseffen nauw verweven in eenieders dagelijks bestaan. Denken we maar aan de smartphone, de zoekmachines op het internet, de vertaalsoftware, zelfs wasmachines maken gebruik van AI om de efficiëntie te verhogen, energie te besparen… Bepaalde AI-toepassingen detecteren nepnieuws en desinformatie.

Toen Carl De Keyzer in 2021 op het punt stond naar Rusland te reizen als soort van revisiting van Homo Sovieticus (1989) en daarvoor officieel de toestemming had gekregen, reeds zijn tickets, visum, gids geregeld had, liep de spanning in snel tempo hoog op en stonden plots de tanks aan de grens. De Keyzer besloot na een poging die door Covid reeds was uitgesteld, gelukkig niet te vertrekken want kort na zijn beslissing brak de oorlog uit. Artificial Intelligence deed wat hij in fysieke gedaante niet kon en liet hem virtueel op reis vertrekken, mondde uit in deze nieuwe publicatie. Met Putin’s Dream toont Carl De Keyzer op een innovatieve manier, die trouw blijft aan zijn oeuvre en zijn artistieke persoonlijkheid, hoe fotografie en AI een symbiose kunnen vormen en zijn. Haoewel er gebruik wordt gemaakt van AI en de blik van de fotograaf opgaat in de algoritmische data van de computer, blijft De Keyzer zelf de ontwerper, bouwer en gebruiker van AI. Hij stuurt, beslist, creëert, maakt keuzes aan de hand van de computerbeelden, zoals het een kunstenaar betaamt die met het beschikbare materiaal en de nieuwe technologie aan de slag gaat. Meer nog, hij voedt de machine niet alleen met zijn eigen beelden (zoals van Zona, 2003), met foto’s van vorige projecten waarvoor hij naar het buitenland reisde, hij stuurt uiteindelijk AI bij door het systeem bijvoorbeeld asymmetrisch te leren denken. Daardoor treedt er een decentralisatie in zijn beelden op en laat hij AI een andere richting bepalen. Zo leert AI van wat De Keyzer als fotograaf bepaalt en doet. De kracht en de essentie van documentaire fotografie, waar De Keyzer reeds decennia- lang wordt mee geassocieerd en een grootmeester in is, is net een hyperrealisme: het verzamelen en onthullen van de (waarheid van de) realiteit waar de fotograaf op een bepaald tijdstip in de gegeven omstandigheden mee geconfronteerd werd, zonder te ensceneren, als soort statement tegen het gegeven van fake news. Maar nu is de computer de camera geworden als een reis doorheen het virtuele die Carl De Keyzer bij wijze van spreken in de huiskamer kan maken, zonder dat hij zich hoeft te verplaatsen en dat terwijl hij locaties verschillende keren kan bezoeken op het scherm. Los van tijd en van omstandigheden wordt het beeld/de verbeelding gecreëerd. Een nieuwe werkelijkheid ontstaat, maar tegelijk onthult die werkelijkheid wat zich mogelijkerwijze in het hoofd van Poetin afspeelt als een fictief verhaal.

Oorlog, macht en politiek (sowieso rode draden in het oeuvre van De Keyzer) zijn propaganda en worden geregisseerd, gemanipuleerd, spelen met de (on)werkelijkheid, de erotiek, en maken zich schuldig aan het verspreiden van foute boodschappen. Ook in oorlog zit er vaak een soort van irrealiteit in alle gruwel. In Putin’s Dream neemt Carl De Keyzer ons mee in de gruwel en onwerkelijkheid van deze sprookjesachtigheid, esthetische verleidelijkheid, die vaak grenst aan de perfectie en het hedendaags cinematografische van een beeld. We zien als het ware perfecte mensen − met witte tanden, prachtige blonde haren, blauwe ogen − in feilloos gecomponeerde settings, zoals elke dictator het wellicht wil. We krijgen een suggestie van hoe Poetin de overwinning in en van Rusland wil zien, hoe hij zijn Rusland droomt. Niet alleen in het verleden en vandaag, maar ook in de toekomst. Tegelijkertijd is de kritische, ironische blik van De Keyzer alom aanwezig. Er is niet alleen de tegenaanval op de Krim, alsook de gay community, de penthouses in Moskou, de privéjachten en -feesten, de prentbriefkaarten van een veridealiseerd Kremlin,… Van een realiteit die er tegelijk is en toch niet bestaat. Als de schoonheid van een andere wereld, hoe gruwelijk het onderwerp ook is.

Paul Valéry stelde in zijn Cahiers, die in 1973 en 1974 zijn verschenen, dat kunstwerken die met de grootste regeldwang gemaakt zijn tevens werken zijn die de grootste vrijheid van geest vereisen en verschaffen. Even belangrijk als toeval, als de inval bij de kunstenaar, is het maken van de keuze, het gevoel van de blik en van de gedachten, verbonden met het bewustzijn voor een bepaald moment. Meer bepaald, kunst is een middel om het onzichtbare tot werkelijkheid te maken. En dat is wat Carl De Keyzer in Putin’s Dream doet.

Inge Braeckman